Een verkiezingsprogramma voor het jonge kind

In volle verkiezingsperiode worden allerlei ideeën gelanceerd voor een betere wereld na 25 mei. De voorstellen vliegen ons om de oren. Het juiste moment om speciaal aandacht te vragen voor een programma voor wie nog niet gaat stemmen, onze jongere kinderen.

Gelukkig stellen we vast dat er in alle programma’s aandacht is om te investeren in kinderopvang en onderwijs. Investeren in een betere wereld voor jonge kinderen is echter zoveel meer dan kinderopvang en onderwijs. Voor al wie hierover nadenkt, beleid maakt of initiatieven neemt, geven we hier graag een aantal suggesties, een aantal toetsingscriteria… Deze suggesties zijn tot stand gekomen door hierover na te denken met mensen van Kind en Gezin en een aantal experten. De volledige weerslag en achtergrond van deze ideeën zijn terug te vinden in de bijlage bij het memorandum van Kind en Gezin, beschikbaar op http://www.kindengezin.be

Investeer in een uitnodigende, participatieve omgeving voor kinderen

Kinderen zijn lang niet meer overal welkom. Lawaaihinder van speelpleinen, kinderopvang, jeugdwerking, aangeklaagd door buurtbewoners, hebben vaak het nieuws gehaald. Wil je kinderen gelukkig laten opgroeien, laat een kind dan een kind zijn in een publieke ruimte waarin het zich goed voelt en waar het op ontdekking kan gaan. Geef het kind kansen om andere kinderen en volwassenen te ontmoeten. Zorg voor een omgeving waarin het kind, kind kan zijn. De wijk, de buurt of het dorp waar ze wonen, de kinderopvang, de (kleuter)school, de bibliotheek, de speel-otheek, de speelruimte, de parken, de musea… allemaal plaatsen die uitnodigend moeten zijn voor kinderen.

Heb oog voor alle levensdomeinen van jonge kinderen en hun gezinnen

Veel van wat zich voor de voordeur en rond het huis van gezinnen afspeelt, bepaalt mee de toekomst van kinderen. Ouders blijven de eerste verantwoordelijke en vormen de buffer naar de ruimere omgeving. Maar het is juist die ruimere omgeving die ook bepaalt welke mogelijkheden ouders hebben om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Initiatieven voor jonge kinderen kunnen dan ook niet los gezien worden van de bredere levensdomeinen van het ganse gezin, zoals inkomen, tewerkstelling, huisvesting, opleiding, mobiliteit van ouders. Vanuit het streven naar een integrale benadering, moeten er verbindingen gelegd worden tussen al deze domeinen en alle actoren die daarin actief zijn. Nog al te vaak zijn we elk vanuit onze eigen sector bezig en leggen we veel te weinig de brug naar anderen. Zet lokaal dan ook in op initiatieven die het brede levensdomein van gezinnen centraal stellen.

Creëer een gelijk aanbod voor elk kind, maar zet meer in waar nodig

Bij dit alles moeten we ons ervan bewust zijn dat de mate waarin de omgeving van kinderen positief is en voorzieningen beschikbaar zijn, enorm kan verschillen van gezin tot gezin. Ook een ruim sociaal netwerk, dat door ouders en kinderen ervaren wordt als een belangrijke ondersteuning is belangrijk, maar is er niet voor elk gezin. Deze zaken tekenen zich vandaag af als een sociale ongelijkheid, die zich niet beperkt tot een tegenstelling tussen de armsten en de rijksten. De sociale ongelijkheden zijn gradueel verspreid over de gezinnen. Acties en initiatieven voor gezinnen en kinderen, moeten zich dan ook richten tot de gehele bevolking, met waar mogelijk een gedifferentieerde inzet. Een basisdienstverlening moet daarom tegelijk tot op een bepaalde hoogte gelijk zijn voor iedereen, liefst zo gemakkelijk en efficiënt mogelijk, maar ook moet er meer ingezet worden op kinderen die met minder kansen aan de start komen. Het proportioneel universalisme moet de toetssteen zijn.

Het klinkt als een cliché maar onze kinderen zijn de toekomst van onze samenleving. Laat kinderen dan ook echt van tel zijn. Laat de mooi gepresenteerde programma’s vooral hun belang dienen. De programma’s toetsen op wat ze kosten of wat ze opbrengen is één zaak. Een andere zaak is nagaan of ze ook het belang van alle kinderen dienen. Dragen ze bij tot een uitnodigende leefomgeving voor kinderen? Houden ze rekening met de lokale verscheidenheid? Spelen ze in op het wegwerken van sociale ongelijkheid?
Eenvoudige vragen, de moeite om te beantwoorden om zo voor kinderen een betere wereld te creëren.